Ook de politiek  in het westen onderneemt weinig tegen de klimaatverandering.  Dit is eenvoudig te verklaren aan de hand van de vergelijking tussen het westen en China.

In het westen (Noord-Amerika en Europa) is de bestuursvorm overwegend democratisch terwijl China een  eenpartijregime is.  China speelt een leidende rol in de stijd tegen de klimaatverandering onder andere omdat deze autoritaire bestuursvorm minder hinder ondervindt van ontevreden burgers.

In het westen worden politici verkozen door het volk . Hoe meer het volk achter de plannen van een kandidaat staat, hoe sneller deze kandidaat wordt verkozen.  Als een kandidaat iets doet wat de meeste liever niet hebben, dan daalt zijn populariteit en zal deze niet meer herverkozen worden. Veel mensen zijn eerder onwillig als het gaat over de strijd tegen de klimaatverandering. Als een verkozen politicus een maatregel neemt tegen het klimaatverandering tegen de zin van het volk, dan daalt zijn populariteit en wordt deze vervangen door iemand ander die de maatregel ongedaan maakt.

Het heeft dus geen zin in een democratie om als  politicus  drastische milieumaatregelen te nemen die ten koste gaan van het comfort van het volk. Vooraleer burgers zoiets accepteren moet eerst de algemene mentaliteit veranderen.